In de vorige hoofdstukken hebben we het begrip vitaliteit uitgewerkt aan de hand van de aspecten missie/identiteit, verenigingsklimaat en vrijwilligers. In dit hoofdstuk gaan we in op de communicatie in clubs. Hoe is het daarmee gesteld en wat betekent dat voor de vitali- teit van verenigingen? Eerst zetten we de doelrationele benadering van communicatie uiteen, een benadering die het denken over com- municatie nogal eens bepaalt. Dan toetsen we deze benadering in de praktijk en laten we de leden van de tien Utrechtse verenigingen aan het woord: hoe kijken zij aan tegen de communicatie in hun clubs? Wat valt op en wat kan beter? In de laatste paragraaf trekken we de belangrijkste conclusies en formuleren we aanbevelingen.